Bij een
doorlopend krediet kan het geleende bedrag tijdens de gehele looptijd telkens weer geheel of gedeeltelijk worden opgenomen. Over het openstaande saldo van het krediet wordt rente in rekening gebracht. Er is geen vooraf afgesproken looptijd waarbinnen het
doorlopend krediet moet worden terugbetaald. Zolang men het doorlopend krediet blijft aflossen, is het mogelijk dat men geld opneemt wanneer men dat wil. Het verloop van het
doorlopend krediet is vooraf dan ook niet bekend. Met een doorlopend krediet heeft men altijd wat geld achter de hand als een financiële buffer. Maandelijks moet men rente betalen en een beetje aflossing. Hierdoor veranderd steeds looptijd voor het inlossen van het doorlopend krediet. De looptijd wordt immers weer anders wanneer men geld opneemt van het krediet. Een doorlopend krediet kent veel variaties zoals het spaarkrediet met polis, het flexibel krediet en de Kredietkaart'.
Een doorlopend krediet is ook wel bekend als een ‘
doodlopend krediet’. Om te voorkomen dat men er altijd aan vast blijft zitten moet men ervoor zorgen dat er altijd wordt afgelost op het
doorlopend krediet. Men moet dus elke maand op tijd aflossen. Op deze manier houdt men de mogelijkheid om op noodzakelijke momenten geld op te kunnen nemen, waar het
doorlopend krediet voor is bestemd.